Er is brand in een woning. Als de brandweer binnen is blijken de gaskraan en de elektriciteit al verzegeld met een slot. En het hele huis ligt vol met afval…
Een slaapkamer is door brand nagenoeg volledig uitgebrand. De brand kenmerkte zich door een snelle ontwikkeling, een intense hitte en het steeds weer oplaaien van de brandhaard.
Nadat de brandweer een kleine slaapkamerbrand heeft geblust, keert de ploeg terug naar de kazerne. Korte tijd later ontvangen ze weer een melding van een brand. Op hetzelfde adres nog wel… de matras is opnieuw gaan branden.
Tijdens het mixen van de mest vindt een explosie plaats en volgt een steekvlam. Door de explosie zijn vloerdelen in de stal ontzet en is de vloer op meerdere plekken ingestort. Hierdoor zijn er koeien in de met ongeveer twee meter gevulde mestkelder gevallen.
Tijdens werkzaamheden in een jaren ‘50-rijtjeswoning vindt een explosie plaats in een slaapkamer op de eerste verdieping. Daarna ontstaat een kleine brand.
De bewoner van een hoekhuis is op de bovenverdieping aan het strijken als hij plotseling een brandlucht ruikt. In eerste instantie denkt hij dat de brandlucht van de strijkbout komt.