Met een grote plons belandt de auto in het water waarna het langzaam onder water verdwijnt. Fietsers en automobilisten stoppen. 112 wordt gebeld. In de verte loeien de sirenes. De hulpdiensten arriveren. Het duikteam maakt zich gereed en de duiker gaat te water. Enkele minuten later ontfermt het ambulancepersoneel zich over de slachtoffers. Naar omstandigheden gaat het goed met ze.
Nederland is een waterrijk land. Dit betekent dat er regelmatig ongelukken gebeuren in en op het water. Waterongevallenbeheersing is één van de vier kerntaken van de brandweer.
Bij ongevallen op of in het water gaat het om andere handelingen dan bij een verkeersongeval of een brand. Iedere collega kan een grijpredding uitvoeren. Hierbij gaat een collega in een waadpak het water in om het slachtoffer te redden. Als waterongevallen verder van de kant zijn of het water dieper is, kunnen we een beroep doen op oppervlaktereddingsteams of duikteams. Beiden zijn hier speciaal voor opgeleid. Met name de laatste groep brengt arbeidsveiligheidsrisico’s met zich mee. Een duiker heeft te maken met stroming, slecht zicht, lastige communicatie en is afhankelijk van een goede duikuitrusting. Onze collega’s werken onder grote tijdsdruk als er slachtoffers moeten worden gered. Om zo veilig mogelijk op te treden, is er een landelijk uniforme werkinstructie.
Bij de hulpverlening op het water wordt er samengewerkt met de KNRM en Reddingsbrigade Nederland.