De pieper gaat af. De melding: ‘Een liftopsluiting met een persoon aan de Stationsstraat’. De brandweer rukt uit met de tankautospuit. Binnen een minuut is de klus geklaard. De persoon in kwestie kwam met de schrik vrij.
Standaard rukken we uit met een tankautospuit met zes personen, de zogenaamde TS-6. Deze standaard uitruk is gebaseerd op het incident ‘brand in een woning’. In de praktijk zien we dat 75 tot 80 procent van de incidenten kleiner is dan dit incident. Dit roept de vraag op: is het wel efficiënt is om altijd met een TS-6 uit te rukken?
Veel kleine incidenten kunnen ook met SIV-2 of TS-4 worden afgehandeld. Zoals bijvoorbeeld het bovenstaande liftincident. Daarnaast zijn veel posten afhankelijk van vrijwilligers. Om nu en in de toekomst snel ter plaatse te kunnen zijn, vraagt dit om een andere aanpak. Daarom startten we een aantal jaar geleden het project variabele voertuigbezetting. In veel regio’s draaien pilots met variabele voertuigbezetting, of zijn deze inmiddels afgerond. De ervaring, kennis en informatie van 40 pilots hebben we gebundeld in het rapport Uitruk op maat. Ook is er het landelijk kader Uitruk op Maat, dat regio’s richtlijnen biedt voor maatwerk. Maar de onderzoeken en pilots zijn nog niet klaar. We willen nog meer informatie met elkaar delen en vergelijken. Zodat we tot een gezamenlijk beeld komen van de beperkingen en mogelijkheden van Uitruk op maat.
De tankautospuit bestaat sinds het begin van de twintigste eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bewijzen vooral de tankautospuiten en slangenwagens hun toegevoegde waarde. Om efficiënt de tankautospuiten in te zetten, bedenken de Duitsers in 1943 een rolverdeling binnen de bluseenheid. De kleinste bluseenheid bestaat uit negen man, waaronder een bevelvoerder, een reddingsploeg, een waterploeg, een slangenploeg, een ordonnans (berichtenoverbrenger) en een chauffeur/pompbediende. Met de introductie van de Tankautospuit Hogedruk (TAS-HD), een uitvinding van het Amerikaanse en Britse leger, na de oorlog is de waterploeg niet langer nodig. Met de komst van mobilofoons en portofoons in 1983 verdwijnen ook de ordonnans van de bluswagens. De bluseenheid bestaat nu nog uit zes man. In de tussentijd heeft de techniek niet stilgestaan en dus wordt er tot op de dag van vandaag gestudeerd op mogelijke nieuwe rolverdelingen in de bluseenheid.