Afgelopen maanden zagen we een aantal impactvolle branden, zoals de grote duinbrand bij Ouddorp waar een vakantiepark is ontruimd en een museum door de brand werd bedreigd. In de Mariapeel brandde 31 augustus een groot stuk natuur af. En hoewel brand niet altijd slecht is voor de natuur, laat een brand als deze wel zien hoe moeilijk het is om in slecht begaanbare gebieden en onder lastige omstandigheden de brand onder controle te krijgen en te houden. Bij deze laatste brand hebben bewoners van enkele tientallen woningen een evacuatieadvies gekregen. ‘Dit laat ook de kern van de problematiek rond natuurbranden in Nederland zien: door de dichtheid in Nederland kan een beperkte natuurbrand al veel impact hebben op functies die in of aan natuurgebieden liggen, zoals woningen maar ook campings, zorginstellingen en vitale functies zoals hoogspanningsleidingen. Diverse natuurbranden langs de A-28 noodzaakten het afsluiten van deze belangrijke snelweg, met veel overlast tot gevolg in de wijde omgeving.’ vertelt Anton.
‘Dat branden moeilijk te beheersen zijn en over een langere periode in het jaar plaatsvinden, komt doordat ons klimaat verandert.’ voegt Hans Hazebroek toe, onderzoeker bij Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). ‘In 2050 heeft Nederland naar verwachting het klimaat van Zuid-Europa nu. We komen uit een periode waarin natuurbranden net als aardbeien plukken erg veel weg hadden van seizoensarbeid: als we rond maart beginnen, kunnen we er zo half augustus ook wel weer mee ophouden en kan iedereen weer aan het normale werk. Dat matcht niet meer met de realiteit. Waar we vanaf februari tot en met november natuurbranden zien en waar we het hele jaar door met risicobeheersing en kennisontwikkeling bezig zouden moeten zijn.’
‘Waar we nu op afstevenen zijn onbeheersbare natuurbranden. Dat klinkt bedreigend, en dat is het ook.’ vertelt Anton Slofstra. ‘Daarom moeten we nu met elkaar aan de bak. Als brandweer, maar ook als andere partners in de natuur.’ Hans voegt toe: ‘Je merkt dat natuurbrand nog niet tot het standaard incidenttype of normale werk behoort. Het volledige systeem van de brandweerzorg is ingericht op het beheersen van het risico op branden in gebouwen. Die gedachtegang willen we veranderen, in de wetenschap dat we méér en meer impactvolle natuurbranden zullen krijgen. We moeten kennis ontwikkelen én overbrengen over de natuurbranden van de toekomst.’
We moeten nu aan de slag om straks steviger in onze schoenen te staan.
Volgens Brandweer Nederland betekent dit dat natuurbranden niet incidenteel maar structureel op de agenda moeten staan van de ministeries Justitie en Veiligheid en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de natuurbeheerders én de brandweer. Ook gemeenten, provincies en waterschappen hebben een belangrijke rol, zegt Anton. ‘Je wilt niet bij dit thema niet alleen afhankelijk zijn van de bluskracht van de brandweer. De meeste winst zit juist aan de voorkant, de preventiekant. Daarom moet er een plan komen waarbij een ministerie de leiding pakt en ons helpt om komende tientallen jaren in te zetten op onderzoek, onderwijs en preventieve inrichting van onze natuur. We moeten nu aan de slag om straks steviger in onze schoenen te staan.’
Anton: ‘Door de veranderingen in het klimaat is er steeds meer kans op meerdere natuurbranden tegelijkertijd. Dan moet je op verschillende plekken veel mensen en materieel inzetten. En iedere brandweermens of -voertuig kun je maar één keer inzetten, wat direct maakt dat een grote natuurbrand enorm inhakt op je verdere capaciteit. Dat betekent minder mensen en materieel voor andere incidenten, die ook gewoon plaatsvinden.’ Hans voegt toe: ‘Deze zomer vonden er op een extreem droge en warme dag in het Verenigd Koninkrijk veel natuurbranden tegelijk plaats die zich uiteindelijk ook tot in woonwijken hebben uitgebreid waardoor onder andere 60 woningen verloren zijn gegaan. Gedurende enkele uren was letterlijk ál het brandweermateriaal ingezet; als er een verkeersongeval plaatsvond was er simpelweg niemand meer beschikbaar om te helpen. Wat deze zomer in Engeland is gebeurd, kan morgen bij ons gebeuren.’