Defensie en de brandweer hebben beide een rol in het ontsmetten van mensen, materieel en de omgeving wanneer er een grootschalig incident met gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Tijdens de oefening werd gelijktijdig geoefend met de basis ontsmettingseenheid (BOE) en de grootschalige ontsmettingseenheid (GOE) van de brandweer, én de voertuig ontsmettingsstraat (VOS) van Defensie. Dit met als doel om elkaars werkwijze te leren kennen, en om nog beter samen te leren werken.
‘Het is het nog niet eerder voorgekomen dat op deze schaal multidisciplinair geoefend is met een incident met gevaarlijke stoffen’, vertelt Jan Jacobs als landelijk coördinator IBGS van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en de brandweer. ‘Dit soort incidenten komen gelukkig bijna nooit voor. Maar je merkt op zo’n dag als vandaag meteen waarom het goed is om wél te oefenen. Bij een incidenttype als dit, met veel slachtoffers, wil je van tevoren zeker weten of dingen die je bedacht hebt ook werken in de praktijk. Binnen de eigen kolom, maar ook juist in samenwerking met defensie en geneeskundig hulpverleners.’
Foto´s: Brandweercollega’s bouwen de Grootschalige Ontsmetting Eenheid (GOE) op om zo snel mogelijk aan de slag te kunnen met ontsmetten van slachtoffers. Gelijktijdig vindt afstemming plaats tussen Defensie, brandweer en de Adviseur Gevaarlijke Stoffen over de aanpak van het incident. (Fotografie: Megin Zondervan en Sharon Velthuis)
Majoor Berend Bekker, commandant van de CBRN-eenheid, onderstreept het belang: ‘Wij staan dagelijks stand-by, samen met onze neveneenheid uit Oirschot, om bij een incident in Nederland te ondersteunen met ontsmetten. Het beoefenen van een grootschalig incident is erg belangrijk, voor het moment dat het daadwerkelijk gebeurt. Dan moeten we elkaar begrijpen en weten wat we van elkaar kunnen verwachten. De gevolgen van een incident kunnen enorm zijn.’
We hebben in deze oefening gemerkt dat we tijdig moeten nadenken over de weersomstandigheden in relatie tot de zwaarte van de klus die we te doen hebben.
Na het opbouwen brengt de brandweer de slachtoffers uit het besmette gebouw naar de ontsmettingsstraten. Daar wordt beoordeeld welke slachtoffers als eerste hulp nodig hebben. In de grote ontsmettingsstraat worden slachtoffers uitgekleed, afgedoucht en weer aangekleed in de schone tent. ‘Niet alle slachtoffers waren even mobiel, zoals je ook in een echte besmettingssituatie met klachten kunt verwachten. Dit brengt extra uitdagingen met zich mee en maakt dat het een zware klus is voor de hulpverleners,’ vertelt Gerard Holtkamp van de brandweer Noord- en Oost-Gelderland. ‘We hebben in deze oefening gemerkt dat we tijdig moeten nadenken over de weersomstandigheden in relatie tot de zwaarte van de klus die we te doen hebben. Je wilt slachtoffers comfort geven door een ontsmettingstent en doucheruimte warm te houden en de tenten dicht te houden. Maar dat geeft de hulpverleners een fors hogere warmtebelasting. Hierdoor moet je ingezet personeel sneller door wisselen.’
Foto´s: De brandweer heeft één van de slachtoffers die niet langer mobiel is uit op een brancard door de ontsmettingsstraat gehaald. Ondertussen komen ook beter mobiele slachtoffers binnenwandelen en bereiden brandweercollega’s zich voor om elkaar af te wisselen in de ontsmettingsstraat. (Fotografie: Megin Zondervan en Sharon Velthuis)
‘Wij waren onder de indruk van wat de brandweer liet zien, de uitrusting en de professionaliteit waarmee zij aan de slag gingen. Op het moment dat de defensie-ontsmetters bij het incident aankomen is de brandweer al ter plaatse. Voor ons is het eerst heel belangrijk om hetzelfde beeld van het incident te krijgen, zodat wij optimaal kunnen ondersteunen,’ voegt majoor Bekker toe. Naast de slachtoffers moeten ook de hulpverleners zelf door de ontsmettingsstraat, om de eigen veiligheid te garanderen.
Tijdens de oefening is een tankautospuit in aanraking gekomen met de onbekende stof. Daar komt Defensie in actie, voor de ontsmetting van het voertuig. ‘De voertuig ontsmettingsstraat wordt snel en systematisch ingericht waarna het voertuig wordt ontsmet. Daarna wordt het ontsmettingsmiddel eraf gespoten. Vanwege de grootte van het voertuig werken we met steigers, daarnaast is het beheersen van de besmetting voor ons van groot belang. Bijvoorbeeld het beperken van verplaatsing van het voertuig door een schoon gebied, voordat het wordt ontsmet. Ook voor ons is de hitte in het pak een uitdaging. In onze trainingen en procedures hebben we hier veel aandacht voor,’ vertelt majoor Berend Bekker.
Foto´s: De collega’s van defensie staan in twee verschillende pakken klaar om het voertuig te ontsmetten met een schoonmaakmiddel en water. Oranje voor de militairen die direct in aanraking komen met het voertuig en de stof, groen voor de anderen. (Fotografie: Megin Zondervan)
‘Vanuit de voorbereidingen van deze oefeningen kwam naar voren dat Defensie en de brandweer totaal verschillend georganiseerd zijn. Daarbij verschillen we ook in de besluitvorming behoorlijk van elkaar. Toch hebben we bij deze oefening geconstateerd dat we complementair aan elkaar kunnen zijn en dat oefenen belangrijk is om effectief en slagvaardig op te treden bij een calamiteit,’ concludeert Gerard. Majoor Berend Bekker kijkt uit naar de volgende oefening samen. ‘Daar worden we beter van.’