Hoewel het gelukkig zelden gebeurt dat een brandweercollega overlijdt tijdens een inzet, komt helaas niet altijd iedereen terug op de post na een inzet. “En dat vraagt om zorg en aandacht,” aldus Jolanda Trijsselaar (plaatsvervangend voorzitter van Brandweer Nederland).
“We zijn vandaag hier om te herinneren en te eren, om stil te staan bij onze dappere brandweercollega’s die hun leven hebben gegeven. In het belang van de samenleving.”
“We zijn hier vandaag ook om verhalen te vertellen en naar elkaar te luisteren. Als een gemeenschap die elkaar steunt in tijden van lief en leed. We zijn hier àls, mét en vóór team brandweer.”
Ook Wouter Kolff, voorzitter van het Veiligheidsberaad, benadrukte het belang om te gedenken, verbonden in herinneringen. “In de 99 namen die in het brandweermonument vereeuwigd zijn, liggen evenveel, unieke levensverhalen besloten. Deze mannen waren voorbereid, goed opgeleid en toegerust met het juiste materieel, maar het onvoorziene bleek gevaarlijk en het noodlot onontkoombaar.”
“Velen van u maken deel uit van een levensverhaal dat plotseling stokte.”
Ook minister van Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VenJ) was aanwezig en benadrukte het belang van bij elkaar komen om te herdenken. “De brandweerfamilie is een bijzondere familie. De passie voor het brandweerwerk wordt vaak door generaties heen door gegeven. Zelfs in families waar het noodlot eerder heeft toegeslagen, kiezen jongeren soms alsnog om in de voetsporen van een omgekomen ouder of grootouder te treden.
De aantrekkingskracht van de brandweerfamilie is dus nog steeds groot. Het heeft alles te maken met uw collega’s, kinderen, ouders, geliefden, vrienden die zijn omgekomen en die hier staan genoemd.
Moed, gemeenschapszin, medemenselijkheid; zij hebben dat voorgeleefd. Het heeft hen het leven gekost. Maar ze zijn een inspiratie voor iedereen.
Bezoek de pagina Meer foto´s in het fotoalbum
Een bijzonder moment als Susanne van Brero, kleindochter van de omgekomen brandwacht Karel van Brero, het bericht uit de Haagse Courant van 22 april 1952 met de toedracht voorleest. Haar vader was 12 jaar oud toen zijn vader overleed.
“Mijn vader kon zich nog herinneren dat de brandweercollega’s aan de deur hebben gestaan, maar mijn oma heeft alle geboden steun en hulp van de brandweer afgeslagen. Mijn vader vertelde dat bij mijn oma toen ‘de gordijnen dicht gingen en nooit meer open zijn gegaan’. Er werd in die tijd niet omgegaan met rouw en verlies zoals we nu kennen en er werd simpelweg niet veel over gesproken. Na haar dood zijn we er achter gekomen dat ze veel heeft bewaard uit die tijd, inclusief de brieven van de brandweer.
Mijn vader en moeder gingen elk jaar naar de begraafplaats om te kijken of alles er nog netjes bij lag. Mijn vader benoemde de verjaardag en sterfdag van mijn opa maar verdriet heb ik hem nooit zien uiten. Tot 2012 ….
Mijn vader, toen 72, leest in de krant dat er een brandweermonument onthuld is op 16 juni 2012. Het gedenkteken waar we nu staan. Mijn vader ontdekte dat de gegevens van mijn opa niet volledig waren en de informatie over zijn dood niet klopte. Ook stond mijn vader niet bekend als nabestaande. Hij heeft contact gezocht met het secretariaat van de stichting brandweermonument; uiteindelijk werden de gegevens aangevuld en mijn vader werd erkend als nabestaande en werd uitgenodigd voor de jaarlijkse herdenkingen.”
“Wat wij niet wisten was dat er een gedenkplaat van mijn opa hangt in de hoofdkazerne in Den Haag. Wij wisten niet dat mijn opa hier altijd herdacht werd. Door de aanpassing van de gegevens kwam dit aan het licht. Wij ontvingen een email dat ook deze plaat naar juistheid vervangen zou worden. Mijn ouders en ik werden uitgenodigd voor de herdenkingsdienst van Fred la Haye en René de Ruiter, overleden tijdens de cellenbrand op 25 december 1987.
Wat waren we nerveus. Maar wat mijn ouders en ik die dag hebben ervaren is de enorm warme deken van de brandweerfamilie. Mijn vader werd gezien, erkend en mocht vertellen over zijn vader en hoe hij dit verlies heeft ervaren als kind. Ook mijn moeder en ik stonden perplex hoe diep dit eigenlijk zat. Hij heeft de hele dag mogen praten en huilen. Wat het met mij deed was dat mijn opa gevoelsmatig weer tot leven kwam. Hij was een brandweerman, hij was een collega, hij was een vader. Hij werd zelfs meer opa.
Dat ik hier vandaag met dezelfde trots mag spreken over mijn opa maar ook over mijn vader vind ik een enorme eer. Mijn vader is in september overleden op 83 jarige leeftijd. Mijn vader heeft de dood van zijn vader een plek kunnen geven. Door dit monument, door jaarlijks met jullie te herdenken, door voor altijd bij de brandweerfamilie mogen horen. Voor hem was dit verhaal rond. Dit geeft ons veel troost.
Zoals ieder jaar werden de namen die op het brandweermonument zijn geschreven voorgelezen, dit maal door net afgestudeerde brandweerofficieren. 99 namen, sinds 1945. Daarna werd het water-ereteken in werking gesteld. Dit ereteken wordt gevormd door twee brandweerspuiten waarvan de stralen elkaar kruisen. Ook op social media stond men massaal stil bij de omgekomen brandweermensen. Profielfoto’s werden uit eerbetoon voor de omgekomen brandweercollega’s vervangen door de zwarte profielfoto. Zo deelt de brandweer in Nederland gezamenlijk het verlies van dierbare collega’s.