In de Nederlandse natuurgebieden zijn naast recreatieterreinen veel (woon)gebouwen, musea en (vitale)infrastructuur te vinden. In droge periodes kunnen branden in de natuur veelvuldig voor met kans op een onbeheersbare brand. Door natuurgebieden samen met natuurbeheerders doelgericht in te richten verkleinen we de kans op een onbeheersbare brand.
Omdat de effecten van zo’n natuurbrand omvangrijk kunnen zijn en wij de risico’s hierop beter willen beheersen, trekken we als brandweer samen op met natuurbeheerders en stakeholders die intensief gebruik maken van de natuur. Gezamenlijk inventariseren en beoordelen wij de risicovolle natuurgebieden en kijken we hoe we de risico’s op onbeheersbare branden kunnen beperken. Bijvoorbeeld door het aanleggen of versterken van natuurlijke barrières met minder brandbare vegetatie. Op deze manier proberen we het risico op het ontstaan van een onbeheersbare natuurbrand zo klein mogelijk te maken.
Het realiseren van een uniforme werkwijze en het landelijk bevorderen van kennis, inzichten en vakbekwaamheid voor gebiedsgerichte aanpak. Hierdoor wordt de kans op het ontstaan van onbeheersbare natuurbranden beperkt en verminderen de effecten van een natuurbrand.
Dit leveren we op:
‘Een aantal regio’s is bezig met de gebiedsgerichte aanpak. Maar door het ontbreken van een landelijk vastgestelde richtlijn, een gerichte evaluatie van reeds uitgevoerde projecten en een basisopleiding voor brandweer en natuurbeheerders zijn er grote verschillen in de uitwerking. Met het opstellen van een landelijke richtlijn voor de samenwerking tussen de VBNE, Brandweer Nederland en het gezamenlijk ontwikkelen van de les- en leerstof met brandweeracademie en onderwijsinstellingen op het gebied van natuurbeheer – zoals de Hogeschool Van Hall Larenstein – ben ik ervan overtuigd dat de uniformiteit toe zal nemen. Daarnaast zal de gebiedsgerichte aanpak in alle regio’s waarin een natuurbrandscenario relevant is, een noodzakelijke stimulans krijgen.’