Het is donderdag 25 april 2013 als op de N49 bij Vrasene (België) twee vrachtwagens bij een ongeval betrokken raken. De chauffeur van één van de vrachtwagens moet uitwijken voor een losgeraakt reservewiel van een andere vrachtwagen. Hierdoor verliest hij de macht over het stuur. De vrachtwagen schaart en komt ondersteboven in de middenberm terecht. Vrijwel direct vliegt de vrachtwagen in brand. Door de impact komen de tubes los. Ze raken lek en liggen over de snelweg verspreid. De tweede vrachtwagen staat gelukkig niet in brand.
Thierry van Goethem van Hulpverleningszone Waasland wordt als Officier van Dienst ter plaatse gestuurd. ‘In de eerste melding werd al over gesproken over dat er gasflessen bij het incident betrokken zouden zijn,’ vertelt Van Goethem. ‘Al snel denk je daarbij aan gasflessen voor bijvoorbeeld particulier gebruik.’ Bij aankomst bleken het te gaan om een tweeëntwintigtal grote gasflessen, tubes, die over de snelweg in beide rijrichtingen verspreid lagen.
Van Goethem vertelt verder: ‘Je weet niet wat de mechanische impact is van het ongeval en de warmtestraling op de tubes. Ik heb meteen bij aankomst daarom opdracht aan de collega’s gegeven om meer afstand te nemen en, waar mogelijk vanuit dekking, proberen in te zetten op koeling en zoveel mogelijk hitte proberen weg te nemen. De veiligheidsafstand hebben wij op 300 meter gezet, waarbij alleen personeel met een dringende opdracht dichterbij mocht komen. Ook zijn we gaan verkennen om te kijken of er in de tweede vrachtwagen, geladen met een container, geen gevaarlijke lading zat. Dan zit je mogelijk met domino-effecten. Al snel bleek dat deze container leeg was. Wel is al in de beginfase vastgesteld dat redding van het slachtoffer, dat bekneld zat in de cabine, niet meer mogelijk was. Door de impact en de brand was duidelijk dat het slachtoffer moest zijn overleden. Ook was het uitvoeren van een reddingspoging door de betrokkenheid van de gasflessen onmogelijk.’
In eerste instantie gaf de noodcentrale aan dat er in de tubes zuurstof zou zitten. Dit was mogelijk een aanname op basis van de bedrijfsnaam, Air Liquide. Maar deze informatie strookte niet met het Kemlerbord (een oranje bord met UN-nummer en GEVI code) dat later in het incident is aangetroffen. Hierop stond aangegeven dat er waterstof in de cilinders zat. Er is contact gezocht met Air Liquide, die kon bevestigen dat er waterstof in de cilinders zat. Vanaf dat punt konden we met een warmtebeeldcamera de plek vaststellen waar de waterstof vrij kwam. Met een warmtebeeldcamera kunnen namelijk de waterstof en eventuele waterstofvlam gezien worden. Die zijn met het blote oog niet waarneembaar, behoudens eventueel mee brandende verontreinigingen waardoor de vlam wel zichtbaar wordt.
Het is een moeilijk evenwicht tussen koelend vermogen opbrengen versus eigen veiligheid.
Omdat blus- en koelwater op een snelweg nu eenmaal schaars zijn, is in eerste instantie spaarzaam gebruikgemaakt van het beschikbare water: ‘We moesten namelijk altijd koeling blijven garanderen’, vertelt Van Goethem. ‘Ondertussen hebben we extra tankwagens opgeroepen, waarmee we later in het incident een carrousel hebben georganiseerd tot aan het moment dat grootwatertransport was neergelegd. Toen de watervoorziening eenmaal was georganiseerd, hebben we de verdere koeling vanaf meerdere kanten voortgezet met straatwaterkannonnen.’
Ook kwamen medewerkers van Air Liquide ter plaatse; met hun technische en productkennis konden zij de situatie beter duiden. De voornaamste vraag was namelijk: is er een risico dat de cilinders alsnog gaan exploderen of bezwijken? Helaas konden zij, omdat de exacte impact op de flessen onduidelijk was, dit uitsluitsel ook niet geven. Hierop hebben we anderhalve dag, vanuit verdekte positie, de cilinders gekoeld. Het dichtzetten van afsluiters op de flessen was namelijk geen optie: het risico van de handeling was te groot afgewogen tegen het effect dat het afsluiten zou opleveren. Zodra de uitstroom van waterstof was gestopt, konden de tubes geïnspecteerd worden en kon met de berging worden gestart. Voor aanvang van de berging zijn nog enkele tubes, die nog niet door het ongeval waren leeggelopen, door technici van Air Liquide met een afblaasinstallatie ter plaatse leeg gemaakt. Hierop konden de tubes en vrachtwagen worden geborgen. Uiteindelijk is op 30 april, vijf dagen na het incident, de snelweg weer geopend.
‘Als ik terugkijk op dit incident heb ik nog vaak teruggedacht aan de keuze die je in de eerste fase bij aankomst moet maken’, zegt Van Goethem. ‘Of je kiest ervoor om met slagkracht koelend vermogen op het incident te brengen, daarmee iets meer risico te lopen maar escalatie voorkomen, of je kiest ervoor om ruim afstand te nemen en de omgeving te evacueren, maar dan weet je zeker dat het incident escaleert. Het is een moeilijk evenwicht tussen koelend vermogen opbrengen versus eigen veiligheid. In dit geval is de actie door de eerste ploegen al genomen en is de keuze goed uitgepakt, maar je beseft ook dat het heel anders had kunnen aflopen.’ Het is volgens Van Goethem goed om in het achterhoofd te houden dat dit soort incidenten te vergelijken zijn met een hardloopwedstrijd: ‘eerst een korte sprint, en daarna een marathon. Je begint in de adrenaline van het incident en naarmate de tijd voort duurt, ebt deze weg en zie je dat bijvoorbeeld ‘honger’ begint op te spelen. Dan ben je eigenlijk al te laat. Ben jezelf hiervan bewust en maak vroegtijdig iemand verantwoordelijk voor zaken als logistiek en aflossing. Anders zie je dat na de adrenalinesprint je tegen problemen aanloopt in de marathon. Organiseer ook je netwerk goed: weet wie je kan bellen voor advies, in dit geval Air Liquide. Zeker bij een crisis als dit is vooraf je partners kennen een belangrijke les.’
‘Mijn collega’s die bij wijze van spreken morgen bij een vergelijkbaar incident kunnen komen te staan wil ik meegeven: kies waar mogelijk voor slagkracht. Met kiezen voor slagkracht kies je voor het voorkomen van escalatie. Hou deze keuze wel altijd in goede balans met de eigen veiligheid van je brandweereenheden. En pel het incident af: de betrokkenheid van waterstof klinkt complex, maar in de basis is dit incident ‘gewoon’ een incident met een drukhouder zoals we die vaker hebben. De schaal is alleen groter.’
Thierry van Goethem, Officier van Dienst
Bij incidenten met waterstof zijn de vijf belangrijkste handelingsperspectieven in de eerste fase van de incidentbestrijding:
Deze casus komt uit het Infoblad Energietransitie voor incidentbestrijders.
Zie ook het nieuwsbericht Infoblad Energietransitie voor incidentbestrijders
Regelmatig plaatsen we interessante en leerzame casussen.