De brandweer wordt gealarmeerd voor een vermoedelijke binnenbrand in een monumentaal gebouw. Eénmaal binnen, bleek er brand te zijn in een pelletkachel die wordt gebruikt als centrale verwarming van het gebouw.
Er zat een smeulbrand in de werkvoorraad met houtpellets (samengeperst houtafval) aan de bovenzijde van de kachel. Deze was veroorzaakt door een defect onderdeel van het doseersysteem. Geleiding van warmte heeft de werkvoorraad met houtpellets in brand gezet. De brand is geblust door de pellets uit de kachel te halen. Maar de volgende dag werden de monteurs, die bezig waren om de schade te herstellen, onwel. De CO-meter van de gealarmeerde ambulancedienst kwam in alarm. Hierop werd de brandweer gealarmeerd om een meting te doen. Op de plaats waar de monteurs bezig waren werd circa 3000 ppm koolmonoxide gemeten.
De grotere houtpelletkachelsystemen hebben naast een werkvoorraad ook een bulkopslag met houtpellets. De monteurs hadden het mangat geopend om te controleren of er ook schade was aan de opslag. Bij het mangat is de hoge concentratie van koolmonoxide (CO) gemeten. 24 uur nadat het mangat had open gestaan, werd nog steeds een hoge concentratie (200 ppm) CO gemeten. In eerste instantie werd gedacht aan de rookgassen die zich via het aanzuigsysteem hadden verplaatst naar de opslag. Dat bleek niet het geval te zijn. Bij de opslag van houtpellets blijkt, door auto-oxidatie, CO en CO2 te ontstaan. Zowel uitrukdienst, brandonderzoeker als monteurs waren hiervan niet op de hoogte.
‘We waren gealarmeerd voor een meting. Bij het aanrijden bleker er twee slachtoffers te zijn en de CO-meter van de ambulance was ingekomen. Het was een verrassing dat er een bunkeropslag was en dat de pellets de CO hadden geproduceerd. Nu is ook de CO die gemeten is op de avond van de brand te verklaren’, vertelt Bernd Jas, bevelvoerder.
Deze casus is één van de 29 casussen in de publicatie Casuïstiek uit brandonderzoek voor Repressie.
Regelmatig plaatsen we interessante en leerzame casussen.