Op een zondag in maart omstreeks half zes in de avond wordt kazerne Bussum gealarmeerd voor een brandgerucht bij een voormalige horecagroothandel. In het gebouw is nu een tijdelijke GGD-priklocatie en een depot van supermarktbezorgdienst Picnic gevestigd. Op het moment dat de vrijwilligers op de kazerne komen, heeft de meldkamer contact gehad met iemand ter plaatse. Er blijkt sprake te zijn van rookontwikkeling. Daarop wordt de melding omgezet in een gebouwbrand en rukt de tankautospuit met prio 1 uit. Daarnaast wordt er een redvoertuig gekoppeld aan het incident.
Bij aankomst van de brandweer is de precieze locatie van de brand nog onbekend. De brandmeldcentrale, waarmee achterhaald kan worden welke brandmelder brand heeft gedetecteerd, zit aan de voorkant van het gebouw; hier zit de GGD-priklocatie. Volgens de brandmeldcentrale is een melder achterin het gebouw, bij de opslag, afgegaan. Daarom rijden de tankautospuit en het redvoertuig naar de achterzijde van het pand.
Daar aangekomen staat een grote haldeur open, waar op dat moment witte rook zichtbaar is. De persoon die de brandweer opwacht aan de achterzijde is de melder, waarmee de meldkamer contact heeft gehad. Hij een coördinator van Picnic en geeft aan dat hij twee voertuigen die voor het probleemvoertuig stonden, al naar buiten heeft verplaatst. Bevelvoerder Richard Ros vertelt: ‘Hierdoor hadden we direct zicht op het betrokken voertuig. Binnen in de hal stonden verschillende Picnic-bezorgvoertuigen aan de lading. Bij één van deze voertuigen werd witte rook via de kieren van de laadbak naar buiten geperst. We zagen geen vlammen en de kleur van de rook veranderde ook niet.’ Gezien het rookbeeld en de afwezigheid van vlammen, gaat de ploeg uit van een probleem met een accupakket van het voertuig. De bevelvoerder: ‘We hebben alle laders van de voertuigen losgekoppeld waarbij we het betreffende voertuig, gezien de hevige rookproductie, naar buiten hebben verplaatst.’
(Foto: Judith van Dijkhuizen)
Na het verplaatsen toonde het voertuig een verminderd rookbeeld en de rook perste niet meer door de kieren naar buiten. Er is geprobeerd om het accupakket te bereiken, zodat er gekoeld kon worden en het voertuig gereed gemaakt kon worden voor afvoering door de berger. De bevelvoerder vervolgt: ‘Na het verwijderen van de laadvloer werd de accubak zichtbaar, maar er was geen opening zichtbaar die we konden gebruiken om water in de accubak te krijgen. Daarom heb ik de opdracht gegeven om het deksel van de accubak los te halen’. Na het loshalen van het deksel, ontbrandde de vrijkomende rook, mogelijk door de toevoeging van zuurstof. Het deksel is daarom direct teruggeplaatst. Even later is het deksel nogmaals gelift en is een poederblusser in de accubak geleegd, waarna het deksel weer is teruggeplaatst. ‘Hierna werd de rook sterk minder, zijn er geen vlammen meer geweest en nam de temperatuur, waargenomen met de warmtebeeldcamera, geleidelijk af’, vertelt de bevelvoerder. Bij een temperatuur van circa 40 graden Celsius werd het voertuig in de reeds aangekomen dompelcontainer geplaatst en droog afgevoerd.
De hal was gevuld met giftige rook afkomstig van het voertuig. Na het verplaatsen is de hal waar mogelijk natuurlijk geventileerd en waar dit niet mogelijk was, is een overdrukventilator gebruikt. In overleg met de Officier van Dienst en de Picnic-coördinator is afgesproken dat de levensmiddelen in de hal vernietigd moesten worden.
De ploeg uit Bussum is tevreden over de aanpak van het incident: ‘Het was een goede keuze om het voertuig direct naar buiten te verplaatsen, zodat verdere schade aan het gebouw voorkomen kon worden.’ Ook wordt er positief teruggekeken op het alarmeren van de Officier van Dienst. Deze had contact met de politie over het ontruimen van de GGD-priklocatie en fungeerde als sparringpartner bij het bestrijden van het incident.
‘Mijn collega’s die bij een vergelijkbaar incident kunnen komen te staan, wil ik meegeven: Neem een explosiegevaarmeter mee. De rook die bij een accubrand vrijkomt, is niet alleen zeer giftig maar ook ontvlambaar. Als een ruimte vol staat met rook van een accubrand, zou een rookgasexplosie kunnen ontstaan.’
Richard Ros, bevelvoerder
In het vervolg zou de ploeg bij het betreden van het pand een explosiegevaarmeter meenemen: ‘De rook/damp die bij een accubrand vrijkomt, is niet alleen zeer giftig maar ook ontvlambaar. Als een ruimte vol staat met rook afkomstig van een accubrand, zou een rookgasexplosie kunnen ontstaan, vernam ik later van een adviseur gevaarlijke stoffen’, aldus de bevelvoerder. Ook zou de bevelvoerder in het vervolg bij aanvang direct het team Brandonderzoek laten alarmeren. Het TBO kan dit soort incidenten onderzoeken om in het vervolg van te leren.
Het antwoord op deze vraag is persoonlijk.
Een straal lagedruk voor de auto en een voor het koelen van de omgeving en/of het accupakket. Denk hierbij aan het opbouwen van de waterwinning.
Behandel de brand als een reguliere autobrand. Controleer het accupakket daarbij met een warmtebeeldcamera. Geef bij twijfel de berger het advies het voertuig te stallen in een dompel-/ salvagecontainer (zonder deze te vullen met water) of op ruime afstand (15 meter) van andere voertuigen of gebouwen.
Belangrijkste handelingsperspectieven bij deze casus
Meer weten over het optreden bij elektrische voertuigen? Bekijk dan de zakkaart en aandachtskaart.
Het projectteam wil zo veel mogelijk incidenten in de database opnemen. Bent u als brandweerman/-vrouw betrokken geweest bij een incident met een alternatief aangedreven voertuig? Stuur dan een mail naar het projectteam.
Regelmatig plaatsen we interessante en leerzame casussen.