Op zaterdagmiddag 1 juni 2019 breekt brand uit in een biovergistingsinstallatie van een pluimveebedrijf bij Dalfsen. Geoffrey Bos is de eerst aankomende Officier van Dienst. Hij vertelt: ‘Rond vier uur ’s middags kreeg ik de melding van een brand in een mestvergistingsinstallatie. Toen ik bij het wegrijden uit mijn wijk een hoge brug over reed, zag ik de rookkolom van de brand, hemelsbreed een kleine 20 kilometer verderop, al omhoog komen. Aangezien ik het object en de omgeving kende, heb ik direct opgeschaald. Daarnaast had ik eerder die dag ook al een incident bij een andere biovergistingsinstallatie, dus de kennis en risico’s van dit soort objecten had ik nog redelijk paraat.’
Bij aankomst heerste er een hoop chaos rondom het object. Gezien de omvang van de brand is ingezet op een defensieve buitenaanval: er was gewoon niet genoeg koelend vermogen beschikbaar om de brand te kunnen bestrijden. Daarnaast was de waterwinning erg beperkt; op het terrein was slechts één geboorde put aanwezig. Voor de rest van de watertoevoer was Bos afhankelijk van tankwagens en later een grootwatertransport. De eerste prioriteit lag daarom bij het voorkomen van uitbreiding naar de vergisters met gas, aan de achterkant van de loods. Zouden die bij de brand betrokken raken, dan kon er een steekvlam ontstaan van vijftig meter hoog. Daarnaast was de affakkelinstallatie niet aangesloten, waardoor het affakkelen van het aanwezige gas niet mogelijk was.
Het incident had diverse factoren die het bijzonder maakte. Zo hoorde Bos bij aankomst dat er 10.000 liter H2S (waterstofsulfide) zou zijn opgeslagen in de brandende loods. Als dit zou vrijkomen, zou er sprake zijn van een groot effectgebied. Later meldde de installatiedeskundige dat het niet ging om 10.000 liter H2S, maar om een veel kleinere hoeveelheid zwavelzuur.
Een andere bijzondere factor was een politiehelikopter die boven het object hing om beelden te maken. En dat terwijl het risico bestond van een steekvlam door een gescheurde vergister. ‘Die hebben wij vervolgens meer afstand laten houden, maar je krabt je op zo’n moment wel even achter de oren (…): stel dat hij nu barst?’ Ook was de stroom uitgevallen, waardoor de roering in de silo’s stopte. Maar de mesttoevoer bleef doorstromen vanaf de kippenschuur. Hierdoor liep een gedeelte van de mest over en kwam naar buiten.
Terugkijkend op dit incident is Bos tevreden met de keuze om snel op te schalen. Ook de samenwerking tussen eenheden, Officieren van Dienst en de Hoofdofficieren van Dienst verliep erg goed. Daarnaast was men scherp op de gevaarherkenning, zoals de risico’s van branduitbreiding naar de vergisters. Wat hij een volgende keer anders zou aanpakken is het aanwijzen van iemand als veiligheidsfunctionaris. In dit geval was er het risico dat H2S mogelijk over de weg kon trekken, terwijl er in dit potentiële verspreidingsgebied brandweermensen zonder ademlucht rondliepen. ‘Als OvD ben je in sommige gevallen te druk om dit soort situaties te monitoren. Bij grotere of complexe incidenten zou ik een collega aanwijzen die specifiek let op de veiligheid in en rondom het incidentterrein.’
‘Mijn collega’s die bij wijze van spreken morgen bij een vergelijkbaar incident kunnen komen te staan wil ik meegeven: ben je er van bewust dat geen enkele biovergistingsinstallatie hetzelfde is. Deze zijn stuk voor stuk uniek. Waak voor de valkuil dat je aannames doet over de inrichting op basis van installaties die je eerder hebt gezien. Wees er daarnaast scherp op dat bij een biovergistingsinstallatie bij een boerderij de boer (vaak) geen deskundige is in de installatie. Vraag daarom altijd een installatiedeskundige ter plaatse.’
Geoffrey Bos, Officier van Dienst
Bij een incident met bioverbranding is er sprake van een regulier incident in een verbrandingsinstallatie, zoals die ook bestaan voor afval of steenkool. Het handelingsperspectief is daarmee voor bioverbranding hetzelfde als voor deze soortgelijke installaties.
Incidenten met biovergistingsinstallaties verschillen wezenlijk van incidenten met bioverbrandingsinstallaties. De bestrijding van incidenten waarbij biovergistingsinstallaties zijn betrokken, vraagt vanwege de (scheikundige) processen die in deze installaties plaatsvinden daarom om een andersoortig handelingsperspectief.
De vijf belangrijkste handelingsperspectieven bij incidenten met een biovergistingsinstallatie zijn:
Deze casus komt uit het Infoblad Energietransitie voor incidentbestrijders.
Zie ook het nieuwsbericht Infoblad Energietransitie voor incidentbestrijders
Regelmatig plaatsen we interessante en leerzame casussen.