Inzicht hebben in de risico’s op een natuurbrand helpt brandweer en natuurbeheerders om zich zo goed mogelijk voor te bereiden bij het voorkomen en bestrijden van natuurbranden. De Risico Index Natuurbranden (RIN) werkt met 17 parameters die duiding geven aan de kans op het ontstaan van een onbeheersbare natuurbrand. De opgetelde scores van de parameters bepalen het risico in een gebied per vierkante kilometer. Deze duiding wordt weergegeven in een ‘risicokleur’. Zoals rood voor een risicovol gedeelte en groen voor weinig risico’s.
Op basis van een RIN kan voor een gebiedsgerichte aanpak verschillende keuzes worden gemaakt. Bijvoorbeeld voor het plaatsen van een extra bluswatervoorziening.
Het opleveren (is inmiddels gebeurd) en onderhouden van een geautomatiseerde landelijke dataset ‘RIN’ waardoor ook een uniforme werkwijze ontstaat en regionale risico’s aansluiten op elkaar. Met de RIN worden de risico’s van brand in natuurgebieden zichtbaar gemaakt. Het geeft inzicht op de kans dat een eenmaal ontstane natuurbrand zich ontwikkelt tot een onbeheersbare natuurbrand.
In 2003 is de Risico Index Natuurbranden ontwikkeld voor het Veluwemassief. In 2013 werd de RIN herijkt en toepasbaar gemaakt voor heel Nederland. De RIN geeft inzicht in de kans op het ontstaan van een onbeheersbare brand en op de mogelijke impact van een brand. In de RIN wordt gewerkt met een groot aantal parameters, gekoppeld aan scores.
Het opstellen en actueel houden van de RIN is zeer arbeidsintensief. Door de jaren heen kunnen aanzienlijke veranderingen binnen de natuurgebieden optreden. Inmiddels is er een webbased applicatie (met achterliggende database) beschikbaar, waardoor het eenvoudiger is om eenduidig het risico te bepalen. Er is een gebruikersgroep samengesteld die een aantal keren per jaar bijeen komt om ervaringen te delen en te kijken of er verbeteringen nodig zijn.
Een RIN wordt opgesteld voor vakken van 1 km2 (o.b.v. landelijke RD-coördinaten). Binnen de RIN kennen we 18 parameters, zoals de vegetatie, aanwezigheid van bebouwing en mensen in het gebied, bereikbaarheid en opkomsttijden van brandweervoertuigen, die voor elk km-vak worden gewaardeerd. Deze parameters zijn verdeeld over deelkaarten. Door het raadplegen van de deelkaarten wordt inzicht gegeven over de kans op het ontstaan van een onbeheersbare natuurbrand en de impact ervan.
Bij een totaalscore van bijvoorbeeld 270 punten wordt dit geduid in een kleur groen. Bij een totaalscore van bijvoorbeeld 500 punten of meer wordt dit geduid in een kleur rood. De kans op het ontstaan van een onbeheersbare natuurbrand en het effect op de omgeving in het laatste km-vak is veel groter dan in een ‘groen vak’. Dit komt bijvoorbeeld door zeer brandbare vegetatie, onvoldoende bluswater, lange opkomsttijd van de brandweer, ontoegankelijk terrein, aanwezigheid van veel dagrecreanten (capaciteit eerst richten op ontruimen/redden, dan pas bestrijden).
Een RIN geeft inzicht over de gebiedsgebonden risico’s en speelt een belangrijke rol bij het creëren van het veiligheids- en risicobewustzijn ten aanzien van natuurbrand. Hierdoor wordt het eenvoudiger voor de betrokken partijen om gezamenlijk maatregelen te treffen.
Dit hebben we inmiddels opgeleverd:
‘Waarom ik ‘ja’ heb gezegd tegen dit project? Dan ga ik even terug in de tijd, naar 2003, toen de Veluwse veiligheidsregio’s de Risico Index Natuurbranden ontwikkelden. Dat was de start. Daarop volgend was ik binnen het Landelijk Werkprogramma Natuurbranden 2012-2016, projectleider van de RIN. Toen hebben we de parameters uitgebreid en aangepast, zodat de methodiek door alle veiligheidsregio’s is te gebruiken. In die periode is ook de deels geautomatiseerde RIN ontwikkeld.
Ik ben er trots op dat we nu de huidige RIN-applicatie hebben doorontwikkeld en opgeleverd. Want ik weet hoe de RIN bijdraagt aan het inzicht geven in de kans dat een natuurbrand zich tot onbeheersbare proporties kan ontwikkelen. Het is een belangrijk instrument om de gebiedsgerichte aanpak op te zetten.’