‘Informatie over gebied voorkomt erger’
In een groot bosgebied woedt een brand in de toppen van de bomen. De brandweer krijgt de brand niet zelf onder controle en roept assistentie in van korpsen uit de buurregio’s. De natuurbeheerder geeft op de gebiedskaart aan waar een perceel met kwetsbare vegetatie ligt. Deze vegetatie is van grote ecologische waarde en de brandweer zet alles op alles om het perceel te beschermen. De inmiddels gearriveerde bijstand beschikt over hetzelfde kaartmateriaal en weet precies waar ingezet moet worden om overslag naar het perceel te voorkomen.
Het landelijk opleveren en onderhouden van kaartmateriaal, gevuld met actuele geodata, zodat brandweer en natuurbeheerders landelijk beschikken over hetzelfde bronmateriaal.
Actuele geodata helpt de brandweer bij het voorbereiden en effectief bestrijden van een natuurbrand. Vanuit diverse bronnen wordt informatie zoals waterwinning, hoogteverschillen, hoofdinfrastructuur en dergelijke aangeleverd. De natuurbeheerder kent zijn eigen gebied, zijn belangen en prioriteiten het beste. Welke gebieden zijn van ecologisch groot belang en moeten in geval van een natuurbrand beschermd worden? Welke paden en wegen zijn bruikbaar voor de brandweer? Welke gebieden kunnen of mogen niet bereden worden door de brandweer? Allemaal onderwerpen die ten behoeve van incidentbestrijding bij alle optredende eenheden bekend moeten zijn.
Om die gegevens beschikbaar te krijgen wordt jaarlijks een uniforme uitvraag naar data ten behoeve van natuurbrandbeheersing aan alle natuurbeheerders gedaan. Het IFV zorgt voor een landelijk format dat bruikbaar is voor de brandweer aan de hand van het standaard kaartmateriaal, aangeleverd door de bronhouder (in dit geval de natuurbeheerder). Iedere natuurbeheerder kan zijn eigen identiteit behouden. Het IFV zal deze kaarten centraal opslaan en beschikbaar stellen aan alle stakeholders bij natuurbrandbeheersing.
Het deelproject Geoplan heeft de volgende resultaten opgeleverd:
‘Op dit moment hebben we 15 tot 18 regio’s die natuurbranden als middel- tot hoog risico hebben gekwalificeerd. Dit betekent dat elk brandweerkorps moet samenwerken met vijf of meer natuurbeheerorganisaties. Voor actuele informatie zijn er dus jaarlijks tussen de 70 en 150 initiatieven nodig om voor het gehele gebied de actualiteit te borgen. Ook is er geen landelijke uniformiteit in het weergeven van geo-data op dit specifieke gebied.
Het ontwikkelen van een uniforme uitvraag aan alle natuurbeheerders en zorgen voor een centrale opslag levert een efficiënte werkwijze op. Waarbij in het geval van bijstand alle eenheden beschikken over de juiste en actuele datasets. Dat is wat we willen bereiken met dit project.’