Een belangrijk deel van de middelen van de brandweer wordt gebruikt bij repressieve taken: de directe hulpverlening aan de burgers. Daarbij is het belangrijk dat de brandweer de juiste hulp kan bieden, op het juiste moment. Het is daarom belangrijk om te weten of de middelen doelmatig en doeltreffend zijn gebruikt en of er zwakke plekken zijn in de brandweerzorg. Daarvoor gebruiken de veiligheidsregio’s nu de ‘Handreiking landelijke uniforme systematiek voor dekkingsplannen’, met daarin als gezamenlijk uitgangspunt gebiedsgerichte opkomsttijden (GGO).
Gebiedsgerichte opkomsttijd gaat over de snelheid waarmee de brandweer bij een incident ter plaatse kan zijn. De brandweer spant zich in om zo snel mogelijk hulp te verlenen. Het is belangrijk om goed te kijken naar de risico’s in een bepaald gebied en welke mate van brandweerzorg noodzakelijk is om die risico’s af te dekken. Zo kun je de benodigde repressieve dekking bepalen. Waar eerder het risico per gebouw werd bepaald, wordt dat nu per gebied gedaan. Dat maakt een meer uniforme systematiek mogelijk. Ook is het niet realistisch als de nadruk alleen op de factor snelheid ligt, en alle andere factoren buiten beschouwing blijven. Voor een zorgvuldig en genuanceerd inzicht in de repressieve dekking moet de brandweer – naast de factor snelheid – ook aandacht besteden aan de factoren capaciteit, paraatheid en werkdruk. Deze factoren zijn opgenomen in de handreiking en systematiek.
De ‘Handreiking landelijke uniforme systematiek voor dekkingsplannen’ beschrijft een generieke methode voor het bepalen van de opkomsttijden van basisbrandweereenheden. Deze uniforme systematiek voor dekkingsplannen bestaat uit een beschrijving van het dekkingsplanproces (inclusief rekenvoorschriften) en beoordelingskaders (voor gebiedsgerichte opkomsttijden, slagkracht en grootschalig brandweeroptreden). Met deze systematiek kunnen veiligheidsregio’s, op een landelijk uniforme en toetsbare manier, in kaart brengen welke brandweerzorg nodig is op basis van de risico’s in het verzorgingsgebied van de veiligheidsregio.
Het dekkingsplanproces bestaat uit zeven stappen waarmee de brandweer cyclisch de inrichtingsfase en de uitvoeringsfase van het dekkingsplanproces doorloopt. Naast de herziene handreiking, is er een document met best practices en een Q&A om te gebruiken bij de implementatie van de systematiek in de veiligheidsregio’s.
In 2018 gaf de Inspectie Justitie en Veiligheid in haar rapportage over de repressieve brandweerzorg aan dat een nieuwe systematiek voor het komen tot dekkingsplannen wenselijk is. In de daaropvolgende jaren is, met draagvlak bij vakbonden en vakorganisaties, gewerkt aan een dergelijke systematiek. In 2019 stemde het Veiligheidsberaad in met de nieuwe systematiek voor opkomsttijden en voor de beleidscyclus van het dekkingsplan. Het Veiligheidsberaad vroeg de minister van Justitie en Veiligheid om de systematiek te verwerken in het Besluit veiligheidsregio’s, als vervanger van de objectgebonden opkomsttijden.
De handreiking is geschreven voor de branche en in het bijzonder voor de dekkingsplanspecialisten van de brandweer. De handreiking bouwt voort op decennialange praktijkervaring van de brandweer, gecombineerd met de inzichten uit het programma RemBrand en het rapport ‘Brandveiligheid is coproductie’. Dit proces en de betrokkenheid van alle relevante partijen maakt dat de handreiking breed onderschreven is als ‘meetinstrument’ om de brandweerzorg cyclisch en periodiek bespreekbaar te maken in de Ondernemingsraad, het Algemeen Bestuur en gemeenteraden.